Zoals elk jaar hebben Thomasvaer en Pieternel het wel en wee van Nietap besproken tijdens de 'Neijoarsvisite'. Voor wie het gemist heeft staat de tekst van hun prachtige voordracht weer op de website. De voordrachten van de afgelopen jaren zijn allemaal ook terug te lezen.

Nu de laatste pepernoten zijn opgegeten,
en het vuurwerk dit keer de mist in ging,
de kerstdagen al weer bijna zijn vergeten,
wordt het weer tijd voor onze voorstelling.
Ik en mijn beste Thomasvaer,
kijken met u terug op een roerig jaar.......

Enkele zaken willen wij beiden nog becommentariëren,
omdat zij ons in het bijzonder intrigeerden
Een kleine selectie is het maar,
want er gebeurde ook zoveel dit jaar.
Wij hebben over van alles zo onze gedachten,
maar wij denken dat u daarop niet zit te wachten.
Voordat wij het zelf zien zijn we het spoor bijster,
en daarom geldt ook voor ons: in die beschränkung zeigt sich erst der meister.

Maar allereerst wil ik mij tegenover u excuseren
dat ik hier sta in mijn gewone goed.
Ik kan niet optreden in mijn mooie kleren,
’t is niet anders, jammer dat het zo moet.
Het is een rottig wondje aan mijn voet,
die het dragen van strakke kleding moeilijk maakt.
Ik volsta dit keer dus met mijn hoge hoed;
ik hoop dat ons betoog daarom niet minder smaakt.

Het jaar begon zo optimistisch;
de economie draaide als een tierelier.
Zelfs de minister van financiën was niet pessimistisch,
en dat zie je toch zelden hier.
Het geld klotste hoog tegen de plinten;
werkloosheid, die was er nauwelijks meer.
Personeel was er nauwelijks nog te vinden;
een groot tekort zelfs, daar kwam het eigenlijk op neer.
Maar als het zo goed gaat zal je altijd zien
dat er iets opdoemt wat roet gooit in het eten.
Het klinkt van mij wat wijsneuzerig misschien,
maar ik wil het u desondanks toch even laten weten.
Stikstof, Pfas en Co2, was dit keer het roet,
dat het optimisme snel deed vergeten.
Het drukte velen al snel op het gemoed,
en heeft ons kleine land al danig gespleten.
Het begon met een uitspraak van een rechter in mei,
waarmee werd beslist in het voordeel van de natuur.
Alle biologen waren natuurlijk blij,
maar vooral boeren en bouwers keken zuur.
Het land werd min of meer op slot gezet,
want elke rookpluim was plotsklaps één te veel.
Zo ging het met de scheten van koeien en varkens net,
en dat leidde al gauw tot veel gekrakeel.
De economie viel krakend en piepend stil;
niemand wist meer hoe het verder zou gaan.
En nog steeds is het niet duidelijk wat Den Haag nu wil,
en voelt menigeen zich bedreigd in zijn bestaan.

Wat doe je dan als boer als je vergrèld bent,
je stapt op je John Deere of dikke Fendt,
en rijdt met wonder en geweld
in een lange kolonne naar het Malieveld.
Maar heeft het tonen van al die kracht,
wel het effect dat het wordt toegedacht?
Want stel dat er sprake is van een echt probleem,
dan ontkom je toch niet aan wijziging van het systeem?

Een oplossing moet u van ons niet verwachten,
bij deze botsing van verschillende krachten.
Het lijkt ons wel dat het soms wat overdreven wordt,
dat er zoveel aan de toestand van de natuur schort.
Paniek lijkt ons in deze daarom ongepast,
want dat leidt alleen maar tot onbezonnen daden.
Stel eerst maar eens de spijkerharde feiten vast;
dát lijkt ons op het ogenblik het meest geraden.

Niet alleen boeren en bouwers worden door die stikstof geraakt,
ook wij gewone burgers zullen er wat van gaan merken.
In Den Haag worden nu al de wetten gemaakt,
die de snelheid op de weg gaan beperken.
Van honderdertig naar honderd is het plan,
want dat zou veel stikstof gaan schelen.
Bolides als Porsches gaan in de ban;
’t is uit met de pret om hiermee te spelen.
Rutte trok hierbij een vies gezicht,
want zo’n wet is bepaald niet liberaal.
Hij deed er zelfs bijna zijn ogen bij dicht,
alsof hij beland was in een seksschandaal.
Nou sorry hoor, ik kan mij er niet druk om maken
Honderddertig of honderd, het is mij om het even.
Deze maatregel zal mij nauwelijks gaan raken,
en ik kan er daarom wel mee leven.
Met mijn oude Astra rijd ik altijd al als een dweil,
in mijn ritjes op en neer naar Terheijl.
Ik geloof niet dat ik dan veel stikstof produceer,
waarmee ik het milieu onherstelbaar versmeer.

Wie “Nietap” zegt, zegt ook “Natuurschoon”;
het bos dat onlosmakelijk bij Nietap hoort.
Wij vinden het misschien wel heel gewoon,
maar welk ander dorp heeft eigenlijk zo’n idyllisch oord?

Goudvisvijver, speelweide en Vagevuur,
het zijn plekjes waar je graag mag vertoeven.
Er zijn zelfs plekje met zulke zeldzame natuur,
dat men van heinde en ver met een zalige blik er van komt proeven.
Maar als men de natuur ongebreideld zijn gang laat gaan,
“Gods water over Gods akkers”, zoals dat heet,
kortom alles wat opkomt maar laat staan,
dan wordt het jungle, zeg maar een keet.

Dan kan men alleen nog met een kapmes het bos in gaan
of met een fourwheeldrive naar het Vagevuur rijden.
Het verliest als pleisterplaats dan zijn bestaan,
en wordt het een plek die je beter kunt mijden.
Dat schrikbeeld wilde men koste wat het kost voorkomen;
daarvoor was dit bos toch niet aangelegd?
Het bos werd drastisch onder handen genomen,
nadat in een verhit debat daarover veel was gezegd.
Het bos werd vakkundig met de zaag uitgedund;
door de bomen zag men eindelijk weer het bos.
Sommigen vonden dat het wel iets minder had gekund,
vonden de ingreep toch wat al te fors.
Het Vagevuur werd prachtig gerenoveerd,
en ook de goudvisvijver kreeg een grote beurt.
Met nieuw zand werden de paden gestoffeerd,
zodat nu niemand meer over die slechte paden zeurt.

Tonnen heeft het gekost, maar dan heb je ook wat.
Het resultaat mag er zijn; een waar paradijs!
En zo dicht bij huis dat je het nauwelijks bevat;
maar loop er naar toe, en zie het bewijs!
Op een dag werd er al een man in zijn blootje gesignaleerd,
die kennelijk dacht dat hij hier Adam was.
Vindt je het gek dat hij door die schoonheid werd geïnspireerd?
Hij dacht zeker: dit paradijs past mij als een oude jas.
De slang heb ik gelukkig niet waargenomen,
en ik hoop dat ik hem hier ook nooit zal zien.
Helaas ben ik Eva nog niet tegengekomen,
maar dat gebeurt nog wel eens misschien.

De basisschool is een onmisbaar deel in je leven,
en is van groot belang voor wat je later wordt.
Achteraf bezien duurt deze tijd maar even;
is je schooljeugd maar heel erg kort.

Het was een veilige haven in je bestaan,
met juffen en meesters waarvan je veel leerde.
Waar je soms ook met tegenzin naar toe moest gaan,
omdat niet alles je evenveel interesseerde.

Ook in Nietap, zo kunnen wij zeker stellen,
is de school een baken van rust.
Vele generaties leerden er rekenen en spellen,
en werden er met veel andere kennis toegerust.

“Vele generaties” zeiden wij zo-even;
ja, het gaat om meer dan honderdveertig jaar.
Maar zo’n gebouw heeft niet het eeuwige leven,
en stort onvermijdelijk een keertje in elkaar.

Dat van dat instorten is in Nietap nu een reëel gevaar,
schoolbestuur, dorp en B&W zijn in rep en roer.
Voor een nieuw school ligt een miljoen of meer al klaar,
maar het vinden van een geschikte plek blijkt een heksentoer.

In beeld waren er wel zeven plekken
waar een nieuw schoolgebouw zou kunnen verrijzen.
Maar in veel gevallen moest men al gauw de conclusie trekken,
dat niet voldaan kon worden aan alle te stellen eisen.

Milieu, rumoer, veiligheid, onwil; steeds is er wel wat.
Als dit zo doorgaat, dan gaat het nog wel even duren.
Op het ogenblik is het nog één zwart gat,
waarin je vergeefs naar een lichtpuntje zit te turen.
Het zal toch niet zo zijn dat wij hier mee gaan maken
dat pas onze kleinkinderen naar die nieuwe school gaan?
Koste wat het kost dienen wij er voor te waken
dat ons dorp zo in zijn hemd komt te staan.
Wij willen hier beiden pleiten voor de status quo;
een idyllisch plekje van rust, ruimte en regelmaat.
Dus wat ons betreft houden we het zo,
en zijn we over dit punt nu uitgepraat.

Op een mooie dag in mei van dit jaar
stonden er vele mensen aan de Santeeweg bij elkaar
In de verte klonken al de paardenhoeven klik klak, klik klak
Een historische koets met de fam. Kuiper schreed op hun gemak
richting het nieuwe centrum van Nietap binnen.
Over enkele minuten zou daar een feestelijke onthulling plaats gaan vinden

Na jaren van gesteggel en gekreun en waar spontaan ons dorpsbosje stond,
kwam er eindelijk reuring omdat dit nu niet iets was wat men nu zo geweldig vond.
Eindelijk was daar dan de bouw van een 11 tal woningen op het voormalig Delbrugge terrein.
En dat vonden de inwoners van Nietap toch wel erg fijn.

Samen met Henk Koster en Harke Kuipers junior werd de straatnaam onthuld die dag
En zo mag een ieder weten dat de Harke Kuiperstraat het levenslicht zag.
Een nieuwe plek, een nieuw avontuur
Een ander dak ,een andere muur.
Een nieuwe plek vanaf nu een feit,
brengt je veiligheid en stabiliteit.
Een frisse wind ,spannend en fijn.
Een plek waar jij jezelf bent en mag zijn.

Wat hier ook nog even moet worden vermeld,
is dat dit jaar bij Jan Smit een lintje werd opgespeld.
’t Is zo’n kleinood waar je zelf niet om vraagt,
maar dat je alleen kunt krijgen als de Koning het behaagt.
Wat heeft de Koning dan behaagt,
dat Jan nu trots zo’n lintje draagt?
Nou, hij zat jarenlang in het bestuur van de Buurtschap,
was penningmeester, en deed dat bijzonder knap.
Zijn bewind was alles behalve slap,
en daarom zat de Buurtschap gelukkig nooit krap.
Hij heeft ook veel voor de school en speeltuinverenging gedaan.
en stond bij bouwen van paradewagens vaak vooraan.
Daarnaast deed hij ook nog aan archiefbeheer,
en zo was er nog wel meer.
’t Is mooi en aardig dat hij een lintje heeft gekregen,
maar hij is niet de enige die je er mee ziet.
Bennie Veenstra, Geerardt Dijkhuis, Alie Folkert kom je er ook al mee tegen,
dus zo bijzonder is het hier niet.
Voordat ik half Nietap met zo’n lintje zie lopen,
zijn er maatregelen genomen, zo mag ik hopen.
Ik ben er voor dat er voor Nietap een quotum wordt ingesteld,
zodat er hier voorlopig geen lintjes meer worden opgespeld.

Zo, nu hebben we het belangrijkste wel gehad,
waaraan we onze aandacht nog een keer wilden besteden.
Zoals gezegd waren er nog onderwerpen zat,
maar die laten wij verder maar rusten in het verleden.
Achterom kijken hebben wij nu genoeg gedaan;
een nieuw jaar gaat zich voor ons ontvouwen.
Hoe kijken wij hier tegen aan,
doen we dat met een beetje vertrouwen?
Vrijheid, blijheid is Nederlanders in de mond bestorven, ga gewoon je eigen gang.
’t Is onze volksaard die generatie op generatie is verworven, en dat al eeuwen lang.
Het begon al in de zestiende eeuw bij Willem van Oranje
die in ons land voor meer vrijheid ging strijden.
Hij vocht voor ons tegen de tirannie van Spanje,
en zorgde zo voor het aanbreken van betere tijden.
Een gouden eeuw begon met ongekende voorspoed;
en dat kon alleen omdat hier zoveel mocht.
Het werd een republiek met ongekende overvloed,
waar menige vluchteling een veilig toevlucht zocht.
Sindsdien vinden wij hier vrijheid heel gewoon,
en kunnen er slecht tegen dat het elders soms anders gaat.
Wij laten ons niet regeren door een heerser op een troon,
omdat wij vinden dat dit echt nergens op slaat.

Tachtig jaar geleden was het met onze vrijheid tòch opeens gedaan,
toen ons land door een gekke Duitser werd bezet.
Vijf jaren lang moesten wij zijn onderdrukking ondergaan,
voordat we door de bevrijders uit zijn ijzeren greep werden gered.

Dit jaar staan wij er weer uitgebreid bij stil;
75 jaar vrijheid, ’t is toch ongekend!
Zo lang al kun je hier leven zoals je wilt;
wat zijn wij toch verwend!
Maar die vrijheid betekent niet dat alles mag en kan,
want je hebt ook de vrijheid van een ander te respecteren.
Ook al denk je er soms het jouwe van,
je hebt die ander te accepteren.
Met deze stichtelijke woorden eindigt hier ons betoog,
en rest ons u, beste mensen, nog het volgende toe te wensen:
dat we vreedzaam samen mogen leven,
elkaar de nodige ruimte geven,
en niet over elkaar gaan oordelen al te snel,
is voor het komende jaar de oprechte wens van uw
Thomasvaer en Pieternel!

Ga naar boven